Mandarte
ABK Nieuwe-leden: Janine
Schimkat
Janine Schimkat zocht ik op
in haar atelier, op dinsdag 8 februari.
Ze was druk bezig met het concept dat ze wilde laten zien op de tentoonstelling
in Leiden, a.s. november. "Maar ik ben er nog niet helemaal uit,
en het kan nog veranderen hoor!" Vorige week mailde ze me deze
foto, van de opstelling die ik toen in februari bij haar heb bekenen.
Glas is haar materiaal, dat ze drapeert over eerder gebakken kleivormen,
die ze eventueel verder aankleedt met siliconen.
Die 'vormen' zijn een soort
kwalachtigen, die in plaats van in het water te hangen, op een soort
van paddestoelenvoeten op de grond staan, de grond die bij het achterste
beeld uit een soort siliconenduinheuveltjes bestaat.
Het woord paddenstoel heb
ik er niet zelf aan gegeven, de titel van dit beeld is 'Fungi'. Fungi
is Italiaans voor 'schimmels', hoewel het op de pizza altijd om champignons
- paddenstoelen - gaat. Janine heeft er nu, - zo te zien, een soort
glazen bollen boven in geplaatst, waar ze tijdens mijn bezoek nog over
twijfelde. Die twijfel is niet een kwestie van dat ze het niet zo kan
maken als ze wil, maar dat ze nog niet weet - of voor zich ziet - wat
ze precies wil. En zoals bij alle kunstenaars is die twijfel belangrijk,
het is meer een tempering, een nog even ophouden van de beslissing,
want het gevoel dat de doorslag moet geven, heeft tijd nodig om te groeien.
De twijfel gaat nooit over het vakmanschap maar soms wel over het materiaal,
want het materiaal zelf draagt betekenis, ook al is die nog niet precies
benoembaar. Deze Fungi zitten voor mij precies tussen de Italiaanse
schimmels en Hollandse champignons in: het zijn een soort zwammen, zoals
die witte fallusachtigen die in de herfst in de bossen van ons duingebied
opduiken. Het is belangrijk dat ze uit een soort groene siliconenmosbodem
omhoogstreven, als geel geglazuurde vette klei, met een transparante
bol als kop. Die bol straalt niet iets uit, voel je onmiddellijk, maar
absorbeert juist de omgeving. Dit zijn ogende zwammen.
Het beeld hiernaast, dat
op de bovenste foto vóór de Fungi staat, heeft voor zover
ik weet nog geen titel. Hier ontstaat de vraag of de bovenste glaslaag
niet toch het zeeopervlak is, waarin de roodwitte, wulps draaidende
vormen afhangen. Het glas is transparant, dik en hard, ongenadig eigenlijk
tegenover zoveel behaagzieke schoonheid, als van spaanse flamencodanseressen.
Onwillekeurig, of juist niet, want opgeroepen door de beelden, doet
de combinatie van deze beide beelden me denken aan erotiek en voortplanting.
Dat heeft te maken met de sluierachtige glaslagen, met de verticale
ribbels in de gele zwammen met hun witte koppen en met de witte ruchen
en stroken in de rode, ronddraaiende, rupsachtige vormen. Misschien
gaat het wel om echte, in de natuur voorkomende organismen, waarvan
ik iets herken omdat ze ook mij bewonen. En mocht dat niet zo zijn,
dan is het vanaf nu zeker wel zo, nu ik eenmaal deze wereld van niet
weke, stijve, maar wel buigzame vormen ben binnen gegaan. Nu draag ik
ook dit liederlijke behagen in mij, dat ik hierna altijd zal herkennen.