Janine Schimkat, geïnspireerd door microkosmos
“Altijd heeft de microkosmos in de diepzee met de bijzondere
lichtval op koralen en allerlei organismen mij geïnteresseerd.
Beelden daarover blijven mij boeien. En het is een thema in mijn werk
geworden dat voor een bijna oneindige inspiratie zorgt. Als iemand mij
wel eens vraagt of ik ooit aan een ander thema wil gaan werken, is mijn
reactie “Ik zou niet weten waarom!”, aldus Janine Schimkat
(Tegelen, 1970).
Boeiend vindt zij de wiskundige herhaling van motieven in de natuur,
die zij in haar eigen ontwerpen dan ook tracht weer te geven. Sinds
1995 is het werk van deze kunstenaar tijdens diverse groeps- en solo-exposities
per jaar zowel binnen als in beeldentuinen te zien. Diverse prijzen
tonen de waardering voor haar sculpturale werk.
Plastische vormgeving
“Tijdens mijn opleiding aan de Academie voor Schone Kunsten in
Maastricht (1988-’94) koos ik voor ‘plastische vormgeving’.
Pas daarna groeide mijn belangstelling voor keramiek. Op contractbasis
begon ik in de werkplaats van genoemde kunstacademie (1995- ’97)
aan een onderzoek naar de kwaliteit en de voor- en nadelen van papierklei,
een menging van klei met papierpulp.” Op die manier ging Schimkat
het beeldhouwen steeds gevarieerder en met gebruik van meerdere materialen
ontdekken. Tijdens diverse werkperiodes breidde zij haar kennis van
materialen en technieken uit. Op de Rijksakademie voor Beeldende Kunsten
in Amsterdam (1998-’99) hield zij zich o.a bezig met keramische
vormgeving en leerde ook werken met glas. Diverse technieken zoals het
stretchen (rekken van glas) maakte ze zich eigen; ook leerde zij gebruik
te maken van siliconen. Er volgden twee periodes in het Europees Keramisch
Werkcentrum (EKWC) in ’s-Hertogenbosch. In 2000 vormde het combineren
van keramiek en glas een uitdaging; zij werd één van de
vier winnaars in een wedstrijd voor jonge kunstenaars. Tijdens een tentoonstelling
in keramiekmuseum Het Princessehof in Leeuwarden (‘Liefde voor
Neptunus’) toonde zij het resultaat. In 2004 benutte zij de mogelijkheid
om in het EKWC monumentale werken te maken, die uit verschillende onderdelen
worden opgebouwd. Verder verdiepte Schimkat zich in het gebruik van
fractalen, complexe meetkundige figuren waarin een bepaald patroon op
steeds kleinere schaal in het geheel terugkeert.
Symbiose van materialen
Om keramiek en glas in eenzelfde werk te kunnen combineren en het geheel
in een keramiekoven te stoken zijn kennis van beide materialen en veel
experimenten noodzakelijk. “Tijdens het stoken krijg je te maken
met een verschillende uitzettingscoëfficiënt van klei en van
glas. Bovendien laat glas zich niet over elke ondergrond vormen zonder
te scheuren. Ik schets nooit van te voren een ontwerp, maar laat de
vorm vanuit een proces ontstaan. Soms levert dat een vorm op die ik
niet van te voren in gedachten had; het materiaal vertelt mij daarbij
wat ik wil.” Gedurende dat ontwerpproces van keramiek zorgt Schimkat
ervoor dat het gedeelte waar later glas op moet smelten een vloeiend
oppervlak krijgt waarop het glas dezelfde vorm kan aannemen. De klei
wordt biscuit gestookt op ca. 1000° - 1100° C. Glazuren is alleen
mogelijk als later die glazuur niet aan het glas kan hechten. Daarna
wordt de glasvorm op de juiste plaats van de keramiek gelegd en in dezelfde
oven op een temperatuur van ca. 500° C gestookt.
Bij de combinatie van andere materialen zoals glas en siliconenkit,
buiten de keramiekoven, ontstaan vormen die beweeglijk blijven. Een
lichtgevend object in de vorm van een kwal was het boeiende resultaat
tijdens een periode waarin tijdelijk geen oven beschikbaar was. “Het
vlakke glas in combinatie met de siliconenkit leverde mij een driedimensionaal
mozaïek op, dat met licht niet kitscherig bleek te worden.”
Omdat diepzee-organismen vaak reageren op lichtsignalen, ontwierp Schimkat
een serie lichtobjecten van siliconen en glas. Voor een ander kunstwerk
van glas werd Schimkat in 2005 genomineerd voor de Bernadine de Neeve
prijs tijdens een tentoonstelling in het Jan van der Togt museum in
Amstelveen.
Experimenteren als uitdaging
“Sinds mijn opleiding heb ik steeds een nieuwe uitdaging nodig.
Nieuwe dingen ontdekken en uitproberen vind ik heerlijk. Momenteel ben
ik bezig met papierporselein. Dat is kneedbaarder dan gewoon porselein.
Het papier verbrandt in de oven en zorgt voor een poreuzere scherf,
waarbij ik denk aan een soort spons als uitgangspunt. Gedurende de komende
tijd wil ik daar verder mee experimenteren en uiteindelijk geperforeerd
werk maken.” Ook nu valt weer de vergelijking met leven in de
diepzee te maken, een inspirerend en boeiend voorbeeld voor nieuwe ontwerpen
en technieken. Verder vraagt het gebruik van glas en klei in eenzelfde
kunstwerk om een voortgaande ontwikkeling van het ontwerpproces met
nieuwe experimenten. Over het toepassen van energiezuinig licht in keramisch
werk wil Schimkat binnenkort een seminar over kunst en led-lampen volgen.
Nieuwsgierigheid naar nieuwe mogelijkheden is daarbij een basis voor
ontdekkingen die het werken vanuit de interesse voor de onderwaterwereld
oneindig gevarieerd blijft maken.
Diverse malen kwam Schimkat in aanmerking voor een (basis)stipendium.
Mede daardoor volgde een verdieping in de experimenten met vaak zeer
aparte kunstwerken als resultaat. Voorbeelden zijn haar series celmutaties,
transparante zee-organismen (met licht en geluid) en haar aquaria met
glaskunst tijdens een expositie ‘Dieptevrees’ (2001). Het
regelmatige contact met de Rijksakademie in Amsterdam heeft wederzijds
effecten: Schimkat krijgt technische ondersteuning en deelt haar ontdekkingen
met de opleiding en met andere kunstenaars. Diverse instellingen hebben
inmiddels haar creaties in hun collectie opgenomen; hierbij horen o.a.
het Departement van Justitie in Den Haag, het Keramiekmuseum Princessehof
in Leeuwarden en de Nederlandse Bank in Amsterdam.
De Amersfoortse verzekeringen in Amersfoort
Haar werk is verkrijgbaar in diverse galerieën,kunstuitleen, door
bemiddeling, tijdens exposities en via haar website.